Wat zijn de stopmethoden voor robots?
Robots kunnen op verschillende manieren worden gestopt, zoals:
Schakel de stroom uit: Als u de stroom van de robot uitschakelt, kan deze stoppen met bewegen. Schakel onmiddellijk de stroomtoevoer naar de motor uit. Vertrouw op het remsysteem om de robot te stoppen. Ongecontroleerde stop, de robot wijkt af van het vooraf gedefinieerde looptraject.
Remmen: Robots kunnen remmen gebruiken om beweging te stoppen. De controller regelt dat de motor vertraagt tot stilstand voordat de stroomtoevoer wordt afgesloten. Gecontroleerde stopmodus, de robot zal in principe de vertraging voltooien volgens een vooraf gedefinieerd traject.
Programmabesturing: De robot kan zijn beweging stoppen via programmabesturing.
Sensoren: Robots kunnen sensoren gebruiken om de omgeving te detecteren, en wanneer obstakels of andere objecten worden gedetecteerd, kunnen ze stoppen met bewegen.

Wat zijn de twee methoden voor robottrajectcontrole?
De twee methoden voor robottrajectcontrole zijn het onderwijzen van reproductie en offline programmeren.
Lesreproductie heeft betrekking op het vooraf instellen, simuleren en optimaliseren van het traject van een robot op computersoftware, en het vervolgens uploaden van het geoptimaliseerde traject naar de controller van de robot om bewegingsbesturing van de robot te bereiken. De offline programmeercontrolemethode verwijst naar computersoftwaremodellering en -simulatie, het optimaliseren van het bewegingstraject van de robot en het nauwkeurig berekenen van parameters zoals snelheid en hoek van elk gewricht van de robot, waardoor de beweging van de robot nauwkeuriger en efficiënter wordt.
Wat zijn de drie basiskenmerken van robots?
Robots hebben drie basiskenmerken: het lichaam heeft een bepaalde vorm; Er zijn programma's voor het besturen van robots; Een bepaald niveau van beweging en gedragsuitdrukking hebben.
Robots hebben een waarnemingssysteem nodig om verschillende externe omgevingsinformatie te verkrijgen, zoals geluid, licht, temperatuur, enz.; Robots moeten een ‘brein’ hebben dat hun eigen acties controleert, verwerkt en beslissingen neemt op basis van verschillende informatie; Robots moeten een specifieke mechanische structuur hebben en bepaalde acties kunnen uitvoeren.
Het belangrijkste onderdeel van een robot is de controller.
De controller is het brein van een robot, dat verschillende acties van de robot bestuurt, zoals het verplaatsen en grijpen van objecten.
Wat is de definitie en het toepassingsgebied van mobiele robots?
Een mobiele robot is een machine-apparaat dat automatisch werkzaamheden uitvoert. Het kan menselijke commando's accepteren of voorgeprogrammeerde programma's uitvoeren om acties via software te controleren.
Mobiele robots hebben functies zoals mobiliteit, automatische navigatie, multi-sensorbesturing en netwerkinteractie. Ze kunnen op grote schaal worden gebruikt in flexibele handling en transmissie in industrieën zoals machines, elektronica, textiel, sigaretten, gezondheidszorg, voedsel en papierproductie. Ze worden ook gebruikt in geautomatiseerde driedimensionale magazijnen, flexibele verwerkingssystemen en flexibele assemblagesystemen (waarbij AGV's worden gebruikt als actieve assemblageplatforms); Het kan ook worden gebruikt als transportmiddel bij het sorteren van artikelen op stations, luchthavens en postkantoren.

